KnasterKOPF
En français

English Edition

Deutsche Ausgabe



No. 20/2009 (in German)

No. 19/2007 (in German)

No. 18/2005

No. 17/2004

No. 16/2003

No. 15/2002

No. 14/2001

No. 13/2000

No. 12/1999

No. 11/1998

No. 10/1997

No. 9/1997

No. 8/1996

No. 7/1995

No. 6/1992

No. 5/1991

No. 4/1991

No. 3/1990

No. 2/1990

No. 1/1989


Inhoudsopgave no. 14/2001

Geglazuurde kleipijp in de vorm van "Marianne" van Jean-Michel Coquet, 1989; foto Ruud Stam.



Lezers

Berichten op recente bijeenkomsten

Ralf Kluttig-Altmann:
Verslag van de 14de bijeenkomst
van de Arbeitskreis zur Erforschung der Tonpfeifen
die gehouden werd van 1 tot 4 juni 2000 in Liestal, Zwitserland
     

David Higgins:
De "Society for Clay Pipe Research"

Ruud Stam:
De"Pijpelogische Kring Nederland"


 

 

Over onderzoek

Martin Kügler:
Een vorm voor een kleipijp?
Aantekeningen bij een vondst in Heidelberg

Helmut Szill:
Kleipijpen vondst uit Erding.
Deel I

Herbert Böhmer:
Bronnen over pijpenmakers in Passau

Rüdiger Articus:
Oppervlakte vondsten afkomstig van de Mellinburger sluis aan de Alster

Ralf Kluttig-Altmann:
Observaties over de technologie van rolversieringen op pijpenstelen.
Met een bijdrage van Martin Kügler

Ruud Stam:
Kleipijp en politiek.
De betekenis van de politieke pijp in de 19de eeuw

Walter Morgenroth:
Het geheim van de tabakspijpen die echt uit Schemnitz afkomstig zijn


Nieuwe vondsten

Rüdiger Articus:
Twee "Kluchtenpijpen" uit Hamburg

Hermann Kewel:
Vondsten van kleipijpen van de Beneden-Weser en uit de Hamme

Hans Peter Schweickert:
Vondsten van kleipijpen van het slot Weferlingen

Rüdiger Articus:
Berichten over de kleipijpen vervaardiging in Niedersachsen 1835 en 1839

Rüdiger Articus:
Aanwijzigen over de kleipijpen vervaardiging in Nienburg


Nieuwe lietratuur

Recensies

Bibliografie van nieuw verschenen literatuur


Verwijzingen

Franz Wandinger:
"Rooksignalen" in Duitse musea, deel 1

Verwijzingen / verwijzingen naar bijeenkomsten

 

 

No. 14/2001, p. 4-7
Ralf Kluttig-Altmann: Verslag van de 14de bijeenkomst van de Arbeitskreis zur Erforschung de Tonpfeifen die gehouden werd van 1 tot 4 juni 2000 in Liestal, Zwitserland

Op uitnodiging van de Archeologische Dienst van het Kanton en het Kantonale Museum Baselland kwamen 16 deelnemers uit Duitsland, Nederland en Zwitserland bijeen. M. Schmaedecke, de organisator van het congres, hield een referaat over kleipijpen in Zwitserland en gaf overwegingen voor het systematiseren van florale steel-versieringen op 17de eeuwse pijpen. K. Rudin behandelde vondsten van Gambier pijpen, M Weidner gaf een lezing over pijpen uit de Elbe, R. Articus gaf een geschiedkundige uiteenzetting over onderzoek naar kleipijpen, R. Stam interpreteerde pijpen met politieke motieven, R. Kluttig-Altmann toonde de resultaten van de systematische beschrijving van rolversieringen op pijpenstelen en M. Kügler berichte over de vondst van een vorm voor een pijpenkop uit Heidelberg die tussen 1619 en 1622 te dateren is.
Gesamtbericht

 

Pfeifenmodel mit der Signatur "IA", auf der Außenseite (oben), und Innenseite (unten)
 

 

No. 14/2001, p. 9-13
Martin Kügler: Een vorm voor een kleipijp? Aantekeningen bij een vondst in Heidelberg

De auteur interpreteert een kleine vorm met daarin de uitsparing voor een halve pijpenkop, die in 1986/87 in de Untere Neckarstr. 74 in Heidelberg gevonden werd. De vorm kan niet voor de vervaardiging van voor gebruik geschikte pijpenkoppen gediend hebben, maar wel voor de het maken van een versiering in hoogreliëf dat op plastische objecten gebruikt kan zijn. Door gedateerde bijvondsten is komen vast te staan dat de vorm rond 1619 door Joost Affsers, een pottenbakker en bouwer van kachels, vervaardigd en gebruikt werd. De vorm van de kop en het ingegraveerde dekor komen overeen met kleipijpen uit Engeland en de Nederlanden uit die tijd.

 

     

 

Fersenpfeife, unverziert, ohne Marke, spätes 17. Jahrhundert

 

No. 14/2001, p. 13-20
Helmut Szill: Kleipijpen vondst uit Erding. Deel I

Door meer dan 20 jaar te rapen op de velden bij Erding kon de auteur bijna 4000 fragmenten van kleipijpen verzamelen. Deze dateren voor 80% uit het midden en het einde van de 17de eeuw. Een kleipijpenproductie van bovenregionale betekenis is in deze periode in de huidige bondsstaat Bayern tot nu toe niet aangetoond en import uit de Nederlanden kan worden uitgesloten. De herkomst van de meest zeer grove en slecht afgewerkte vondsten blijft daardoor onopgelost. In het eerste deel wordt de cultuurhistorische achtergrond voor de aanwezigheid van zo grote hoeveelheden kleipijpen in Erding belicht en worden drie van de elf groepen pijpenfragmenten besproken. De vondsten hebben een grote gelijkenis met reeds bewerkte vondstcomplexen uit Passau, en het Salzburger land. In het tweede deel worden de met reliëfs versierde en deels van makersmerken voorziene fragmenten van kleipijpen belicht.

 

 

 

No. 14/2001, p. 20-26
Herbert Böhmer: Bronnen over pijpenmakers in Passau

Op grond van archiefonderzoek kan de auteur drie pijpenmakers in Ilzstadt (Passau) aantonen en de plaats van hun woonhuizen vaststellen. Op basis hiervan begint de fabricage van kleipijpen in Passau in 1716 met Johann Stiegler (werkzaam tot 1738); verdere producenten waren Johann Geissler (1723-1777) en Johann Kollmann (1777-1800?). Hoewel de plaats van de huizen bekend is zijn ter plaatse nog geen vondsten van pijpen bekend. Vondsten uit een andere pottenbakkerswerkplaats laten zich niet met een van de drie pijpenmakers in verband brengen. Ook voor de rijke vondsten uit de 17de eeuw afkomstig van de vesting Oberhaus is op grond van dit onderzoek geen producent aan te wijzen.


Kopf und Stielfragment einer grün glasierten Tonpfeifen,
Ende 17. Jahrhundert

 

 

Stielfragment mit floralem Dekor unbestimmter Provenienz, um 1700

 

No. 14/2001, p. 26-31
Rüdiger Articus: Oppervlakte vondsten afkomstig van de Mellinburger sluis aan de Alster

Oppervlakte vondsten afkomstig van het grondgebied van de voormalige sluis laten een brede spreiding in herkomst van de 18de eeuwse kleipijpen zien. Behalve de veel voorkomende Nederlandse producten zijn pijpen uit Altona, Itzehoe (?), Uslar, Groszalmerode, Walbeck en Holzminden (?) aanwezig.

 

 

 

No. 14/2001, p. 32-49
Ralf Kluttig-Altmann: Observaties over de technologie van rolversieringen op pijpenstelen. Met een bijdrage van Martin Kügler

Het werk aan een systematiek van de handmatige steelversieringen hebben getoond dat nauwkeurige kennis van het technische verloop van het aanbrengen van de decors met behulp van stempels, rolstempels en andere gereedschappen noodzakelijk is voor een juiste duiding. In een historisch overzicht wordt getoond dat technische beschrijvingen juist op dit punt zeer onnauwkeurig en onjuist zijn. Gereedschappen zijn slechts zelden bewaard gebleven. Fundamentele kennis van de techniek en de benutting van de gereedschappen kan derhalve alleen verkregen worden door nauwkeurige observaties aan de pijpenstelen. Aan de hand van talrijke voorbeelden van zeer verschillende steeldecoraties wordt de gang van de handelingen bij het opbrengen van de decors op de nog zachte pijpensteel toegelicht en wordt kennis over de gereedschappen verkregen. Doordat talrijke steelversieringen worden afgebeeld wordt de lezer in staat gesteld de waarnemingen op eigen materiaal toe te passen.


Werkzeug zur manuellen Stielverzierung, Hilgert / Westerwald

 

 

 

 



Porträtpfeife "Abd-el-kadr", hergestellt von Blanc Garin, Givet, um 1850

 

No. 14/2001, p. 50-53
Ruud Stam: Kleipijp en politiek. De betekenis van de politieke pijp in de 19de eeuw

De auteur toont aan de hand van een aantal voorbeelden aan hoezeer tijdens de gehele periode, van de 17de tot in de 20e eeuw, waarin de kleipijp als rookinstrument gebruikt werd de mogelijkheid bestond om met bijzondere afbeeldingen op kleipijpen iemands politieke gezindheid te demonstreren. De grootste bloei van deze vorm van politieke getuigenis lag in de tweede helft van de 19de eeuw, toen niet alleen historische personen maar in toenemende mate ook contemporaine heersers en politici op pijpen afgebeeld werden. Deze figurale pijpen kwamen vooral uit Frankrijk (o.a. van de firma Gambier) en werden in Gouda in mindere kwaliteit nagevolgd. Hoewel er ook andere dagelijkse gebruiksvoorwerpen bestonden waarmee bepaalde personen vereerd, of ideeën uitgedragen konden worden is de politieke pijp als dominerend massa-artikel een vooraanstaand bestanddeel van de mannelijke politieke cultuur van voornamelijk de 19de eeuw.

 

 

 

No. 14/2001, p. 53-60
Walter Morgenroth: Het geheim van de tabakspijpen die echt uit Schemnitz afkomstig zijn

De voor de Slowaakse pijpenmakers plaats Schemnitz (Banská Stiavnica) typische slanke cilindrische pijpenkoppen waren in de 19de en het begin van de 20ste eeuw zeer geliefd. Deze werden in veel andere plaatsen nagemaakt en onder de benaming "Pijpen uit Schemnitz" verkocht. Het onderscheid tussen echte en namaak pijpen uit Schemnitz is moeilijk. De auteur geeft aan de hand van catalogi van handels tentoonstellingen informatie over de met Schemnitz concurrerende producenten.

 

Schemnitzer Pfeifenkopf von M. Hönig, um 1860   
 

Home
KnasterKOPF
Werkgroep
 
Sitemap
Contact
Impressum

Letzte Aktualisierung: 28.11.2013