KnasterKOPF
En français

English Edition

Deutsche Ausgabe



No. 20/2009 (in German)

No. 19/2007 (in German)

No. 18/2005

No. 17/2004

No. 16/2003

No. 15/2002

No. 14/2001

No. 13/2000

No. 12/1999

No. 11/1998

No. 10/1997

No. 9/1997

No. 8/1996

No. 7/1995

No. 6/1992

No. 5/1991

No. 4/1991

No. 3/1990

No. 2/1990

No. 1/1989


Inhoudsopgave no. 8/1996


Ralph Röber:
Kleipijpen uit Konstanz

Andreas Wilts:
Sterke Toeback. Tabaksgenot en tabaksverboden in Konstanz en aan de Bodenzee in de 17de en 18de eeuw

Michael Schmaedecke:
Over de stand van het kleipijpenonderzoek in Zwitserland.
Een eerste overzicht

Martin Kügler:
De handel met kleipijpen uit het Westerwald naar Zuid-Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Noord-Italië in het begin van de 19de eeuw

Lutz Jansen:
Tabakhandel in het "Vogtland". Over een opmerkelijke keramiekvondst uit Reichenbach

Martin Kügler:
Bericht over de 9de bijeenkomst van de "Arbeitskreis zur Erforschung der Tonpfeifen" in Konstanz op 6 en 7 mei 1995

Verwijzingen

Recensies

Nieuwe literatuur

 

Voorstelling van een Zwitserse kleipijproker uit Jacob Ziegler: TABAC, Von dem gar heilsamen Wundtkraut/NICOTIANA, ... Zürich 1616, p. 8

 
 

 

Reliefpfeife mit Kopf als männliches Gesicht

Vollbild

No. 8/1996, S. 1-44
Ralph Röber: Kleipijpen uit Konstanz

De vondsten van kleipijpen uit Konstanz vertegenwoordigen een periode van 250 jaar. De vormen zijn zeer verschillend, evenals de herkomst. De als 17de eeuws te dateren kleipijpen zijn vermoedelijk door in de regio gevestigde pijpenmakers vervaardigd. Hiervan kunnen andere kleipijpen worden onderscheiden die afkomstig zijn uit het gebied waar de Rijn en de Neckar samenvloeien en die uit de Nederlanden geïmporteerd zijn. In de loop van de 18de eeuw lijkt de regionale vervaardiging van kleipijpen gestopt te zijn. De pijpen uit deze periode zijn zeer gelijksoortig; een groot gedeelte daarvan werd kennelijk in het Westerwald geproduceerd. Opvallend is ook een duidelijke groei van het aantal vondsten uit deze tijd. In de archeologische vondstcomplexen kwamen zeven pijpen uit de 17de eeuw en achttien uit de 18de eeuw tevoorschijn. Een analoge situatie doet zich voor bij de vondsten uit Tägernmoos, waar vijf exemplaren als17de eeuws en twaalf als 18de eeuws te dateren zijn. Daarnaast is er een groot aantal niet nader te dateren pijpen die waarschijnlijk uit een jongere periode stamt.

De pijpen uit de 19de eeuw laten een grote variatie aan vormen zien en stammen uit zeer verschillende regionen: de uit het Westerwald afkomstige pijpen kunnen met enige zekerheid geïdentificeerd worden en ook de producten uit Frankrijk zijn relatief gemakkelijk te onderscheiden. Er is slechts één in Oostenrijk vervaardigde kleipijp gevonden. Toch kan voor het grootste deel van de kleipijpen geen plaats van vervaardiging worden vastgesteld.

  

Tonpfeifen des 18. Jahrhunderts aus der Brückengasse in Konstanz

 

     

No. 8/1996, p. 45-50
Andreas Wilts: Sterke Toeback. Tabaksgenot en tabaksverboden in Konstanz en aan de Bodenzee in de 17de en 18de eeuw

De eerste vermelding van tabak als een zelfstandig handelsartikel is te vinden in de boeken van het handelshuis van Konstanz uit 1633. Het gebruik van tabak, onverschillig in welke vorm, werd zeer spoedig populair. Talrijke, steeds weer opnieuw uitgevaardigde verboden in Konstanz (1670 en 1675) en andere steden in het Bodenzee-gebied waren nutteloos en konden de verspreiding niet verhinderen. Zoals in de schriftelijke bronnen vastgelegd is, was het roken van tabak tegen het einde van de 17de eeuw niet alleen regionaal overal verbreid, maar ook in alle sociale lagen en leeftijdsgroepen - inclusief de kinderen - en bij beide geslachten. Pas vanaf de tweede helft van de 18de eeuw werd tabak in deze regio verbouwd en rond 1764/1766 werd de eerste rook- en snuiftabakfabriek opgericht. De verbouw van tabak bleef in het gebied van de Bodenzee weinig succesvol en kreeg geen grote economische betekenis.

 

 

 

 

 

Tonpfeifenkopf mit vier menschlichen Gesichtern, Provenienz unbestimmt, Mitte 17. Jahrhundert

No. 8/1996, S. 50-61
Michael Schmaedecke: Over de stand van het kleipijpenonderzoek in Zwitserland. Een eerste overzicht

Reeds in het begin van de 20ste eeuw waren vondsten van kleipijpen voor het eerst object van wetenschappelijk onderzoek in Zwitserland. De vondsten werden echter bij vergissing met de antieke Griekse en Romeinse cultuur in verband gebracht of zelfs als prehistorisch gedateerd. Het materiaal dat in de regel alleen als afbeelding in publicaties ter beschikking staat is sindsdien niet opnieuw onderzocht en geïnterpreteerd. Kleipijpen werden alleen oppervlakkig als archeologische vondsten onderzocht, verder hield niemand zich er tot nu toe echt mee bezig. Een eerste blik op de tot nu toe gepubliceerde vondsten van kleipijpen in Zwitserland toont dat naast de importen uit Nederland reeds op een relatief vroeg tijdstip (rond 1650) ook uit Frankenthal kleipijpen werden ingevoerd. In de 18de eeuw leverde vooral het Westerwald kleipijpen aan Zwitserland. Deze handelsbetrekkingen moeten in vervolgstudies nog nader onderzocht worden. Er is weinig bekend over de koppen van de zogenaamde manchetpijpen die uit Frankrijk of de Balkan stammen.



  

"Rauracher-Amazone", Holzschnitt, 19. Jahrhundert

 

No. 8/1996, p. 61-79
Martin Kügler: De handel met kleipijpen uit het Westerwald naar Zuid-Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Noord-Italië in het begin van de 19de eeuw

Rond 1800 viel de export in de afwaartse richting van de Rijn van de pijpenmakers uit het Westerwald sterk terug door de revolutionaire oorlogen en de hoge transitieheffingen en importheffingen in Nederland. Met goed gevolg wisten de pijpenmakers uit het Westerwald de handel naar het zuiden uit te breiden, waarbij Zwitserland een belangrijke exportmarkt werd. Twee koopmansboeken uit 1802-1806 en uit 1826-1830 geven exacte informatie over de afzet en de afnemers in Zuid-Duitsland, Zwitserland, Italië, Oostenrijk en Frankrijk. Een voorlopige statistische uitwerking van de getallen van de afzet tonen zeer plotselinge en sterke schommelingen. De koopmansboeken bevatten ook informatie over de organisatie van de afzet, hoe opdrachten werden binnengehaald, de transportroutes en de verschillende pijpenmodellen. De in de koopmansboeken genoemde namen van de pijpenmodellen maken het slechts bij benadering mogelijk een voorstelling te vormen hoe de pijpen er uitgezien hebben. Benoembaar zijn kleipijpen en pijpenkoppen met portretten van Napoleon Bonaparte. Voor de periode 1826-1830 getallen over de afzet voor de afzonderlijke gebieden te geven.

Tonpfeifenköpfe mit dem Porträt Napoleon Bonapartes aus dem Musterbuch der Firma Müllenbach & Thewald in Höhr, 1830er Jahre

 

 

No. 8/1996, p. 80-87
Lutz Jansen: Tabakhandel in het "Vogtland". Over een opmerkelijke keramiekvondst uit Reichenbach

Bij opgravingen van een afvalput kwam een zeer grote kleipijpenkop met een hoogte van 11 cm tevoorschijn. De pijpenkop is in de vorm van een gezicht van een man met een snor. De vormgeving herinnert weliswaar aan de pijpen van het type "Jonas in de walvis", maar is het gezicht niet naar de roker toegewend maar aan de zijkant aangebracht. Kleine gaten die na het bakken geboord zijn , doen vermoeden dat de pijp opgehangen werd. Het is daarom mogelijk dat de pijpenkop en deel is van een presentatie of reclamepijp, die binnenin of aan de buitenkant van een winkel hing. Misschien een tabakswinkel of een apotheek om de kopers op de aangeboden pijpen en tabak te wijzen. De ouderdom van de pijp is onzeker (rond 1700?) en het is niet bekend waar deze gemaakt is. Import uit Nederland lijkt echter onwaarschijnlijk.

 

No. 8/1996, p. 87-90
Martin Kügler: Bericht over de 9de bijeenkomst van de "Arbeitskreis zur Erforschung der Tonpfeifen" in Konstanz op 6 en 7 mei 1995

Aan de uitnodiging van het archeologische Landesmuseum Baden-Württemberg locatie Konstanz gaven 24 deelnemers gehoor. De door R. Röber gepresenteerde omvangrijke kleipijpen vondsten uit Konstanz werd door de bijdrage van A. Wilts over de geschiedenis van het tabaksgebruik aan de Bodenzee in een historische context geplaatst (Knasterkopf No. 8/1996, p. 1-44 en 45-50). M. Schmaedecke presenteerde voor het eerst vondsten van kleipijpen uit Zwitserland en M. Kügler berichtte over de export van kleipijpen uit het Westerwald naar Zuidwest-Duitsland en Zwitserland in het begin van de 19de eeuw (Knasterkopf No. 8/1996, p. 50-61 en 61-79). W. Morgenroth hield een referaat over de concurrentie tussen houten pijpen en kleipijpen; E. Reiff presenteerde vondsten van kleipijpen uit de afvalhopen van de mijnen in de Harz (Knasterkopf No. 7/1995, p. 50-63) en L. Libert vertoonde een historische videofilm over de verbouw van tabak in de Uckermark.

 

Home
KnasterKOPF
Werkgroep
 
Sitemap
Contact
Impressum

Letzte Aktualisierung: 28.11.2013